Een mensenrecht op toegang tot energie
Door Marlies Hesselman, docente Internationaal recht, Faculteit Rechtsgeleerdheid
Eén miljard mensen wereldwijd hebben geen toegang tot elektriciteit, terwijl nog veel meer mensen nog altijd hun maaltijden bereiden op traditionele vuurtjes die worden gestookt met hout, kolen of landbouwafval. In Europa hebben de meeste mensen weliswaar toegang tot moderne energie, maar een flink aantal huishoudens kan de maandelijkse energierekening niet of nauwelijks betalen. Ze zetten de thermostaat uit of laag, gebruiken alleen nog bepaalde delen van hun woning, of worden, in het geval van wanbetaling, geconfronteerd met afsluiting. Elders in de wereld, bijvoorbeeld in Venezuela, India of Zuid-Afrika kampt de bevolking regelmatig met grote stroomstoringen die al het moderne leven stil zetten. De rijken hebben misschien nog toegang tot hun eigen noodgenerator, maar de armen zitten simpelweg zonder.
Deze lezing verkent met bezoekers de vraag of er een universeel mensenrecht op toegang tot moderne, betaalbare en betrouwbare energie zou moeten zijn? Zo ja, hoe ziet zo’n recht eruit? Moet dit bijvoorbeeld ook een recht op duurzame energie zijn? Waar houden juristen rekening mee bij de juridische verankering van zo’n recht? Hoe reguleert een overheid bijvoorbeeld betaalbaarheid? En duurzaamheid? Wat is voldoende betrouwbaar?